The Lion King

Vorm:

 4. De voorstelling vond plaats in een lijsttoneeltheater.

5. Publiek zit lager dan het toneel en kijkt als het ware in een kijkdoos.

6. Toneelbeeld:

-Decor: het decor wordt vooral vormgegeven met attributen, zoals een rots, grote geraamtes van dieren en op de achtergrond getekende afbeeldingen van landschappen. Op een bepaald moment werd er diepte op het toneel aangebracht door verschillende lagen te maken.

-Licht: er werd veel met licht gewerkt om de aandacht op iets te vestigen en om het verschil duidelijk te maken tussen positief en negatief.

-Kostuums/grime: er waren heel veel verschillende kostuums van allerlei dieren. De acteurs waren als dieren verkleed, droegen ook maskers op hun hoofd of aan hun middel. Elke acteur was gegrimeerd naar de kleuren van het dier.

-Attributen: Het decor zelf bestond al uit allerlei attributen, zoals de leeuwenrots, gras en planten. Ook werd er een groot stuk plastic gebruikt dat een rivier voorstelde, ook kwam er rook uit de vloer om het spannender te maken.

-Spel/dans: de hele voorstelling bestaat uit dansende dieren, elke keer als er een lied werd gezongen waren er acteurs die gingen dansen.

-Film/video: op de achtergrond werden afbeeldingen geprojecteerd. En er werd met schaduwen gewerkt.

 

7.  Er is een heel koor aanwezig onder het podium en alle acteurs zingen mee tijdens de handelingen en dans. Het klinkt prachtig en wordt begeleid door een orkest met dirigent en 2 aparte muzikanten aan weerskanten van het podium die met de gekste instrumenten muziek weten te maken.

 

8. Er is niet echt sprake van een danstechniek, het is zo dat elke acteur de bewegingen van het uitgebeelde dier uitbeeldt.